15 oktober 2015 | Marketingonline.nl| door Ilan Roos
Gelukkig -voor Sharpe- bestaat de brandstapel niet meer, want ik hoor de lucifers in uw broekzak al rammelen
Geachte meneer Van Kralingen,
Wat een boosheid en venijn zit er in uw epistel van 3 september waarin u het werk van meneer Sharp met de vloer gelijk maakt!
Als ik psychoanalyticus zou zijn, dan zou ik zeggen dat u iets te verbergen heeft. Dat u stiekem wel weet dat het Ehrenberg-Bass Institute al decennia lang evidence-based wetenschappelijke bijdragen aan marketing levert en dat weinig anderen dat die Australiërs kunnen na doen. Het werk van Sharp veroorzaakt een botsing van paradigma’s.
Zijn inzichten over merk en marketing laten onze bestaande modellen op hun grondvesten schudden. Het veroorzaakt bij u en veel anderen wellicht een ondraaglijk gevoel van onzekerheid. Dat deed het ook bij mij. Een natuurlijke reactie is om die twijfels dan maar met grote stelligheid te overschreeuwen en te overdekken met het tegendeel. En nog erger: om de verkondiger te afficheren als religieus kwaad.
Rode Boekje
Als ik wat verder analyseer (ik ben nu toch bezig) bent u waarschijnlijk bang dat, als anderen Sharps werk ook gaan lezen, ze er achter komen dat veel van ons huidige gedachtegoed ten aanzien van merken en marketing de prullenbak in kan (althans gedeeltelijk) .
Ik zie de angst in uw ogen: als die arrogante vent gelijk heeft, kunnen we wel inpakken met onze theorieën…… Heel begrijpelijk, het is dezelfde angst waar ik en mijn collega Wiemer Snijders 5 jaar geleden ook niet van konden slapen.
Wat u wel goed gezien heeft, is de tamelijk pedante houding van Sharp in het professionele discours en in de toon van zijn werk. Daar kunt u hem terecht op aanvallen. Voor degenen die deze man van Down Under niet kennen: Sharp zou de broer van Peter R. de Vries kunnen zijn: irritant goed in zijn werk en evenzo pedant in het debat.
De professor zou er goed aan doen anderen in hun waarde te laten als hij zijn waarheid presenteert. Maar inhoudelijk heeft hij recht van spreken omdat hij het heeft aangedurfd heilige huisjes als differentiatie, loyaliteit, segmentatie en merkpersoonlijkheid in de praktijk te toetsen om ze vervolgens voor een deel naar het rijk der fabelen te verwijzen.
Ik raad u van harte aan zijn ‘rode boekje’ nog eens te lezen want zijn beweringen zijn geheel anders dan u ze voorstelt. Marketeers van grote (ook Nederlandse) bedrijven zien inmiddels de resultaten van het werken vanuit zijn principes. Ik zou zeggen: collega’s met lef, want als ik u mag geloven zijn die mensen van Lotje getikt.
Brandstapel
Meneer Van Kralingen, ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat u Sharp aan uw stoelpoten voelt zagen.
Net zoals Galileo Galilei, die het Vaticaan en wetenschappers uit zijn tijd schoffeerde door te stellen dat de wereld geen pannenkoek is, hoopt Sharp de brandstapel te ontlopen en tegelijkertijd op een eerlijke en verifieerbare manier aan te tonen hoe merken groeien. Zijn instituut doet niet aan laboratorium experimenten, maar onderzoekt op basis van marktgegevens.
Zonder theoretisch geklets over archetypen en merkbeloften, maar met studies die u en ik kunnen repliceren. Gelukkig -voor Sharpe- bestaat de brandstapel niet meer, want ik hoor de lucifers in uw broekzak al rammelen.