13 november 2010 | Molblog | door Ilan Roos
Edwin de Koeyer is ondernemer in ijs. Zijn formule heet ‘IJscuypje’. Wat begon op 10 vierkante meter in de Amsterdamse Pijp op steenworp afstand van de Albert Cuyp markt, vormt zich tot een snelgroeiend ijsimperium. En omdat De Koeyer geen Italiaan is die de wintermaanden in Napels doorbrengt, bedacht hij ‘Stamppotje’. Hollandse pot in een eerlijke formule. Het verhaal van een bedrijf dat twee keer per jaar van naam verandert en toch succesvol is.
IJscuypje is een formule van kleine ijswinkeltjes waar schepijs wordt verkocht. Het concept is simpel. Door een aantal slimme innovaties in de ijsmixen en de keuze voor een beperkt aantal smaken wordt het ijs de hele dag door vers bereid in de winkels door imposante ‘draaimolens’. Gezinnetjes staan dubbeldik in de rij. De horeca ook, maar die wordt beleverd in een curieus wit ‘ijsbusje’. Geen Italiaans ijs, maar puur Nederlands ijs gemaakt met uitsluitend natuurlijke ingrediënten. En in Nederlandse hoeveelheden: de bollen en hoorns zijn van onbescheiden formaat (uw columnist heeft hier overigens geen probleem mee). Daar waar in de gemiddelde gelateria het interieur glimmend en blinkend op je afkomt, kiest IJscuypje voor een bescheiden Hollandse merkuitstraling. Het merk met boerenbont in zijn logo en een rond lettertje is ronduit lief en aardig. Het merk ademt Hollandse charme. En daar hoort geen superstrakke McDonalds effficiency bij. Wachten in de rij hoort er haast bij, maar het product maakt alles goed.
Maar ook voor IJscuypje geldt dat er na de eerste herfststormen geen brood meer zit in ijs. Dus dacht De Koeyer zijn winkeltje in de wintermaanden te verhuren. Tot idee ontstond om in lijn met zijn Hollandse IJscuypje een tweede, nòg Hollandser merk te gaan bouwen: Stamppotje. Iedere dag verse stamppotten, geen voorraad, op is op. En wederom alleen natuurlijke ingrediënten. Naast de eigen winkels is Stamppotje binnenkort ook per koerier door heel Amsterdam te bestellen. Afgelopen jaar zijn marketeers van Unilever langs geweest om De Koeyers formule te ‘bekijken’. Nu blijken de Swirl-shops stamppot en rookworst te gaan verkopen. Goed kopiëren is beter dan ……… Maar De Koeyer is er trots op dat ze zijn concept als voorbeeld zien.
Tot ergens in maart zijn de vestigingen geheel in Stamppotje-uitvoering, om dan na een rebranding van drie weken weer open te gaan als IJscuypje. Dit ombouwritueel herhaalt zich weer oktober.
De kracht van het concept, of moet ik zeggen concepten, van IJscuypje en Stamppotje zit in de combinatie van eenvoud, eerlijke hoogwaardige producten en een vriendelijke (Hollandse) uitstraling. Als je het ziet, vertrouw je het meteen. Als je het ervaren hebt, kom je terug. Veel sterker kan je een merk niet maken. De concepten passen ook in een beweging waarin consumenten vragen om meer eerlijke en lokale producten. Merken als Marqt, BurgerMeester (hamburgers maar dan lekker en biologisch), Olmenhorst (vruchtensappen) zijn hier ook exponenten van. Gevaar bij dit soort merken is te grote groei of verkoop van het concept. Dan gaat de ziel (van de pionier/ondernemer) er uit en kalft vaak het centrale idee rond een merk af. Maar in het geval van IJscuypje zou dit wel eens anders kunnen zijn. De simpelheid van het product en merk maken dat het makkelijk vermenigvuldigbaar is, zonder dat er veel van de organisatie wordt gevraagd. Volgens mij is IJcuypje/Stamppotje rijp voor de export buiten Amsterdam.